4. SJAVOE’OT – [Wekenfeest/Pinksteren]

sjavoeot kleinSjavoe’ot (Pinksteren) is in eerste instantie een oogstfeest; de oogst van de tarwe.

Leviticus 23:15 "Vanaf die dag na de sabbat, vanaf de dag dat de schoof omhooggeheven is, moeten zeven volle weken worden afgeteld, 16 tot de dag na de zevende sabbat. Vijftig dagen moeten jullie aftellen, en dan moeten jullie de HEER een graanoffer aanbieden uit de nieuwe tarweoogst. 17 Jullie moeten dan uit je woonplaats brood meenemen om het voor de HEER omhoog te heffen: twee broden van twee tiende efa tarwebloem, met zuurdesem gebakken, als gave voor de HEER uit de eerste opbrengst van de nieuwe oogst."

In tweede instantie wordt op Sjavoe’ot het kado van de 10 Woorden herdacht en in derde instantie plande de Allerhoogste de uitstorting van de Ruach HaKodesj (Heilige Geest/Adem) op deze bijzondere feestdag, waarmee Hij uiting gaf aan het feit dat Gods Woorden door de Ruach haKodesj (de Heilige Geest) in de harten van zijn volk worden geblazen, geschreven en zo verinnerlijkt.

Op de 14e nisan streken zij die wilden luisteren naar het Woord van God bloed aan de deurposten van hun woningen. Dit was voor de engel des doods een teken dat hier al bloed gevloeid had en dus ging deze voorbij aan de rode deurposten. Op de 15e nisan leidde de Eeuwige zijn volk en allen uit de volkeren die wilden luisteren naar het Woord van God uit Egypte, Mitsraïm, het land van de beknelling. Ze werden bevrijd, verlost van hun slavendrijvers, maar het hoogtepunt van de bevrijding volgde 50 dagen later bij de berg Sinaï, daar kregen ze het kado van Torah; het toppunt van vrijheid.  Waar het volk Israël met Pesach fysiek bevrijd werd uit haar onderdrukking, werd ze geestelijk bevrijd met Sjavoeot. Met Pesach bevrijd uit... en met Sjavoeot bevrijd tot het leven zoals de Eeuwige dit bedoeld heeft. De Vader geeft zijn wet der vrijheid aan zijn kinderen om hen vrij te houden (Jac.1:25 en 2:12). Natuurlijk keert de grote vervalser, satan de betekenis om en maakt er een onderdrukkende wet van. Gelukkig laat niet ieder zijn oor hangen naar deze onzin. Het beste uit onze Vaderlandse wetgeving hebben we immers aan de Tien Woorden, aan Torah te danken. Sjavoe'ot oogstfeest, Sjavoe'ot feest van het kado van Torah, Sjavoe'ot slotfeest van de voorjaarsfeesten. 

Het probleem van geschreven tekst is dat je het verkeerd kunt interpreteren, dat is geen fout van de tekst, maar een fout van de lezer, de voorlezer, of de uitlegger er van. Wat heb je dan nodig om dit te voorkomen? Je hebt dan nodig dat je de geest van de schrijver kent en dat is nu precies wat er gebeurt op die, wat zal het zijn, 1300e Pinksterdag. De Eeuwige stort zijn Geest uit over hen die willen horen naar zijn Woord, over hen waarvan het hart openstaat voor Hem. Tongen als van vuur zetten zich op hen. Zoals spelonkologen een lamp op hun voorhoofd dragen om de weg te vinden in het onderaardse, zo ontvangen ze het licht, de Geest van God om hun weg te gaan door de duisternis van deze wereld. Psalm 119:105 omschrijft dit heel beeldend: "Uw Woord (Torah) is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad." Ook hier zien we de tegenstander weer mist optrekken door het werk van de Roeach haKodesj los te koppelen van Torah. Laten we Gods Woord maar volgen en niet letten op de dwaallichten die het licht van Gods Torah willen verduisteren.